Een correcte tekst schrijven? Zo doe je dat!
Als tekstschrijver en -corrector ben ik zo’n beetje verplicht om correcte teksten te publiceren. Of ik ze nu zelf geschreven heb of alleen maar heb gecorrigeerd.
Omdat ik weet hoe moeilijk het is om foutloze, correcte teksten te schrijven, geef ik je hieronder 5 tips die je op weg helpen. Als je die gebruikt, zit het in de basis met jouw tekst wel goed.
Uiteraard bedenk je daarna nog manieren om je tekst aantrekkelijk te maken.
1. Bepaal je tekstdoel en -soort
Voordat je ook maar één letter op papier zet, zijn er wat dingen waar je over na moet denken. Daar gaat je spontane idee dat je het liefst nu de wereld in wilt slingeren…
Geen tekst zonder doel
Het eerste punt waar je je het hoofd over mag breken is de vraag met welk doel je de tekst schrijft. Wat wil je de lezers vertellen? Waarom lezen ze jouw tekst? Wat weten ze als ze je tekst van voor tot achter hebben gelezen?
Als je jezelf vooraf deze vragen stelt, voorkom je dat je ‘zomaar wat’ schrijft. Een boodschap die in jouw hoofd nog zo helder lijkt, kan voor je lezer abracadabra zijn als je niet goed over je doel nadenkt.
Want voor je het weet spring je van de hak op de tak of wordt je tekst een onoverzichtelijke samenvoeging van holle woorden.
Jouw boodschap moet eruit springen. Daarom bedenk je van tevoren over welke boodschap dat dan gaat.
De macht van het soort tekst
Niet alleen denk je na over je doel; je bepaalt ook welk soort tekst je gaat schrijven.
Saaahaaaaai…
Misschien een beetje. Maar tekstschrijven is net als naar school gaan: als je vooraf je huiswerk doet, gaat de les veel sneller én is hij leuker.
Die tekst komt er wel. Al deze hersenspinsels maken dat je straks als een tekstraket je verhaal op papier hebt.
Goed, terug naar het soort tekst dat je gaat schrijven. Globaal gezien kun je kiezen uit 5 soorten: de informerende tekst, de activerende, de betogende, de beschouwende en de amuserende.
Als je bijvoorbeeld een blog schrijft, kan die in de categorie amuserende teksten vallen, maar ook informerend zijn. Dat ligt er maar net aan wat jij kwijt wilt en wat je wilt bereiken.
Je ziet het: tekstdoel en tekstsoort gaan hand-in-hand. Ze zijn net zo innig met elkaar verbonden als een pasgetrouwd stel.
Het gaat erom dat jij je ook aan dat huwelijk verbindt. Schrijf je een informerende tekst? Laat je mening dan niet overheersen. Van tevoren bedenk je dus welke inhoud wél bij jouw tekstsoort past.
2. Bepaal je publiek
Ook je publiek moet je vooraf bepalen. Een veertienjarige puber verwacht een andere schrijfstijl dan je veertigjarige collega.
Bij een doelgroep gaat het niet alleen om leeftijd. Je vraagt je ook af wat de voorkennis van je gemiddelde lezer is en hoe je daar op inhaakt.
Een tekst over dakisolatie ziet er voor starters in de woningmarkt bijvoorbeeld anders uit dan voor professionele dakdekkers.
3. Zorg voor een logische opbouw
Als je dan over al die dingen hebt nagedacht, mag je gaan snuffelen aan de tekst.
Nee! Stop! Nu niet meteen beginnen met schrijven.
Eerst zet je je tekst in de steigers. Welke informatie ga je geven en hoe deel je die in in logische alinea’s? Zie die opbouw maar als een soort hoofdstukindeling.
De stelregel is dat je één deelonderwerp behandelt per alinea. Je voorkomt daarmee dat je tekst ‘all over the place’ is.
Een informatieve tekst over cavia’s krijgt dan bijvoorbeeld de volgende indeling:
- Inleiding
- Het leefgebied van de cavia
- Wat eet een cavia?
- Waar moet je op letten als je een cavia koopt?
- Hoe verzorg je een cavia?
- Slot
Oké, dit voorbeeld heeft wel heel veel weg van een spreekbeurt van een groep 8-leerling. Maar je begrijpt waar ik heen wil, toch?
4. Wissel korte en lange zinnen af
Zonder dat ik teveel op stijl wil ingaan, ga ik er toch iets over zeggen.
Een correcte tekst heeft niet alleen zinnen van 6 regels. Die heeft hij trouwens nooit. Zie je die wel ontstaan? Kijk dan hoe je zo’n monsterzin kunt opsplitsen in een paar kortere zinnen.
Terug naar mijn punt: wissel voor de variatie en leesbaarheid van je tekst korte en langere zinnen (nooit langer dan anderhalve regel) af.
Met alleen korte zinnen creëer je een tekst in Jip-en-Janneketaal. Zo’n tekst is goed te begrijpen, maar vooral heel kinderachtig. Jouw lezer haakt waarschijnlijk na drie zinnen af.
Tenzij je de tekst voor een zevenjarig kind hebt geschreven natuurlijk. Dan zijn enkel korte zinnen helemaal prima.
Een aaneenschakeling van lange zinnen maakt je verhaal onoverzichtelijk en moeilijk te begrijpen. Ook dan haakt je lezer af.
Conclusie? Doe maar een beetje van allebei. Daarmee houd je je publiek bij de les en smult het van je amusante inhoud.
Dat wil je toch?
5. Check je tekst
De laatste tip is al eerder aan bod gekomen in mijn blogs. Hij is ook zo belangrijk.
Een correcte tekst is een foutloze tekst. Check hem dus op fouten in spelling, grammatica, stijl en leestekens.
Het is cliché, maar wel waar: iedereen maakt fouten. Ook een tekstschrijver of een blogger. Dat is helemaal niet erg, als je er maar op tijd achter komt.
Lees daarom je tekst aandachtig door voordat je hem publiceert. Wees kritisch. Schrap woorden waar het kan en verbeter de fouten die je nog tegenkomt.
Ken je niet alle spellingsregels uit je hoofd? Ik ook niet. Dan zijn er altijd sites als onzetaal.nl om je te helpen. Of je laat iemand anders je tekst checken.
Eerst het voorwerk, dan scoren
Zoals ik al eerder schreef, schrijf je een correcte tekst op basis van je voorwerk. Dat beetje extra werk in het begin levert je heel veel op aan het eind. De kwaliteit van je tekst verbetert aanzienlijk en ik durf zelfs te beweren dat je met deze werkwijze uiteindelijk sneller klaar bent.
Jij blij, je lezers blij.
En nu je toch zo goed op dreef bent, check meteen even hoe je je tekst niet alleen correct, maar ook nog bere-aantrekkelijk maakt.
Heb jij helemaal geen zin in al dat gepuzzel vooraf? Laat mij je tekst dan schrijven. Scheelt je nóg meer tijd.