2 taaltips: Wanneer schrijf je ‘jou’ of ‘jouw’?

2 taaltips: Wanneer schrijf je ‘jou’ of ‘jouw’?

Taaltip #2

In mijn vorige blog vertelde ik je wat het verschil is tussen 'gebeurt' en 'gebeurd'. Vandaag geef ik je antwoord op een andere vraag: wanneer schrijf je 'jou' en wanneer 'jouw'?

Ondanks dat het antwoord vrij simpel is, gaat het in de praktijk geregeld fout met het gebruik van deze vergelijkbare woorden.

 

Is het ‘jou’ of ‘jouw’?

Of je ‘jou’ of ‘jouw’ gebruikt, hangt helemaal af van de zin waar het woord in staat. Mocht je dus ooit twijfelen, kijk dan eens goed naar de hele zin.

Voorbeeld:

Ik gaf jou een pen. 

Vanaf nu is dat jouw pen. 

Je ziet het: twee zinnen, twee schrijfwijzes. Maar hoe weet je nou wanneer je kiest voor ‘jou’ en wanneer voor ‘jouw’?

Er bestaat een simpele oplossing voor dit vraagstuk. Eigenlijk wel twee.

 

1. Vervang ‘jou’ door ‘u’

Je kunt in de voorbeeldzinnen ‘jou’ en ‘jouw’ vervangen door ‘u’ en ‘uw’. Lees nu ‘jou’ en ‘jouw’ maar eens hardop voor. En nu ‘u’ en ‘uw’.

Aha!

Bij ‘u’ en ‘uw’ hoor je heel goed of er wel of geen ‘w’ achter het woord moet komen. Je raadt het al: als de ‘w’ er bij ‘u’ achter moet, dan moet dat ook bij ‘jou’.

Toch hoor ik sommige mensen na uitleg van dit trucje nog weleens twijfelen. Ze geven aan dat ze het moeilijk vinden om bij ‘u’ het verschil te horen. Daarom geef ik nog een tweede simpele oplossing.

 

2. Maak van ‘jou’ een andere persoon

Vervang in onze voorbeeldzinnen ‘jou’ en ‘jouw’ door een andere persoon.

Bijvoorbeeld:

Ik gaf jou een pen. => Ik gaf hem een pen.

Vanaf nu is dat jouw pen. => Vanaf nu is dat zijn pen. 

Daar waar je ‘jouw’ door ‘zijn’ kan vervangen, schrijf je ‘jouw’. Met een ‘w’ dus. ‘Jouw’ is, net als ‘zijn’, een bezittelijk voornaamwoord. Het geeft dus aan dat iemand iets bezit.

Als ‘jouw’ een bezit aangeeft, schrijf je dus bijna altijd een ‘w’.

 

De uitzondering op de regel

Kijk eens naar de volgende zin:

De pen is vanaf nu van jou. 

Je ziet het, de zin geeft wel aan dat de pen in het bezit is van die persoon en toch schrijf je geen ‘w’. Dat zou je prima horen als je het zou veranderen door u.

De pen is vanaf nu van u. 

Geen ‘w’ dus.

Ook als je moet kiezen tussen ‘hem’ of ‘zijn’ als vervanging van ‘jou’, kom je uit bij het persoonlijk voornaamwoord ‘hem’.

De pen is vanaf nu van hem. 

 

‘Jou’ is persoonlijk voornaamwoord, ‘jouw’ bezittelijk

Kort samengevat is ‘jou’ een persoonlijk voornaamwoord en ‘jouw’ een bezittelijk voornaamwoord. Verdere uitleg daarover zou het verhaal niet duidelijker maken.

Het goede nieuws? Om het verschil te zien tussen ‘jou’ en ‘jouw’ heb je die extra uitleg helemaal niet nodig. Als je simpelweg bovenstaande trucjes toepast, kom je al tot het juiste antwoord.

Wil je toch meer weten over persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden? Stuur me dan een bericht.

 

Onzeker? Laat je tekst nakijken

Weet je niet zeker of jouw tekst foutloos is? Laat hem dan nakijken door iemand anders.

Ken je niemand die dat kan? Laat het me dan gerust weten. Ik help je.

Heb je helemaal geen zin in dit soort breinbrekers? Ik hou ervan, dus ik schrijf jouw tekst graag voor je.

Ik wens jou veel succes met jouw schrijfwerk!