Verwachtingen

Verwachtingen

Verwachtingen - over wonen in Ierland

We zijn er. Na een jaar dromen, maanden voorbereiden, weken inpakstress en twee dagen reizen was gisteren het moment daar dat we de auto konden uitstappen en konden zeggen dat we thuis zijn. Nou ja, voorlopig dan. We zullen niet de volledige vier maanden op dezelfde plek verblijven, maar de komende maand wonen we bij een lieve familie met twee koddige hondjes in de buurt van Killarney, Ierland.

 

Nog geen week geleden vroeg mijn goede vriendin Neeltje me wat ik nou als eerste zou gaan doen als we in Ierland aangekomen waren. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. “Het liefst pak ik de racefiets en maak ik samen met Kees een mooie, grote ronde over een van de schiereilanden,” antwoordde ik. Ik had op dat moment het beeld in mijn hoofd van een eerdere fietstocht daar, die over een paar stevige passen voerde met daaromheen niets dan groene weelde.

 

En zo geschiedde. Rond het middaguur vroeg ik me nog af of de ronde die ik in m’n hoofd had nog wel haalbaar zou zijn. Het uitruimen van de bus en het boodschappen doen kostten toch wat meer tijd dan ik had gehoopt, evenals het uitslapen na die lange reis….

Gelukkig kunnen we na de late lunch vrij vlot op pad en starten we rond half 3 met ons 56-kilometer lange avontuur. Vanuit Fossa, een klein plaatsje nabij het toeristische Killarney, vertrekken we richting de Gap of Dunloe. Tussen de hoge bergen van de McGillycuddy Reeks ligt op 250 meter hoogte een pas die naar Black Valley leidt. Het weggetje naar de pas toe is erg toeristisch. En terecht, want de uitzichten na elke bocht zijn werkelijk adembenemend. Meertjes en lage begroeiing wisselen elkaar af, waardoor ik de neiging heb na iedere bocht af te stappen en een foto te maken.
Eenmaal boven wacht ons een afdaling richting Black Valley. De meeste toeristen draaien op de top van de pas om en dat maakt de ervaring in de vallei des te overweldigender. We zijn de hele weg omgeven door een oorverdovende stilte en een oogverblindende natuurpracht. Ik krijg tranen in mijn ogen als ik besef dat we hier iedere week een rondje kunnen fietsen. Wat een simpel, maar compleet geluk.

De klim richting Moll’s Gap kost Kees en mij aardig wat zweetdruppeltjes. Zodra we boven zijn, volgen we de welbekende en zeer druk bezochte Kerry Way dwars door Killarney National Park. De weg draait en keert en constant zien we nieuwe meren, bossen en bergen om ons heen. Het verkeer is wel aanwezig, maar niet storend, omdat we ongeveer met dezelfde snelheid afdalen als de touringcars en auto’s.

Onze magistrale fietstocht eindigt met een urban ride door Killarney, waar we moeite moeten doen om een plek op de weg te vinden tussen alle auto’s, voetgangers en andere fietsers. Toch kan die drukte me niet deren; ik eindig onze fietstocht met een glimlach van oor tot oor.

Heel vaak is een ervaring als deze lang niet zo bijzonder als je van tevoren hoopt en verwacht. In dit geval is niets minder waar. Toen ik vorige week de vraag van Neeltje beantwoordde, had ik niet durven dromen dat ik weer zó geraakt kon worden door het landschap in deze overweldigend mooie streek. In de afgelopen weken is vaker gevraagd naar mijn verwachtingen over de komende maanden. Ik vond en vind het moeilijk om daar iets zinnigs over te zeggen, omdat ik nog maar zeer globaal een idee heb wat deze vier maanden ons gaan brengen. Gek genoeg vind ik dat helemaal niet erg. Het voelt goed om stap voor stap zaken aan te pakken en maar te zien waar dat naartoe leidt. Wat ik al wel weet, is dat niemand ons de kickstart van vandaag nog afneemt!